Monthly Archives: april 2013

Frank Sinatra noemde zichzelf manisch-depressief

Opnieuw een stukje van Rowan du Burck. Dit keer over Frank Sinatra, die zichzelf kennelijk manisch-depressief heeft genoemd.

Ik werd erop gewezen dat That’s life! een behoorlijk intrigerende tekst is en sterk het vermoeden oproept van manisch depressieve trekken en suïcidale neigingen. Dus wat zingt hij dan?

“That’s life, that’s what all the people say. You’re riding high in April, Shot down in May, But I know I’m gonna change that tune, When I’m back on top, back on top in June”, om te eindigen met “But if there’s nothing shakin’ come this here July, I’m gonna roll myself up in a big ball and die……. My, My”.

De song komt van het album That’s life uit 1966 en was met een vierde plaats in de Bill-board 100 in de USA een grote hit voor Frank, die inmiddels aan zijn derde comeback bezig was.

Maar is er een echte link naar de psychiatrie te maken met Frank Sinatra? Zou er naast het sterrendom een verborgen geschiedenis zijn, die voor het gemak maar is vergeten? Er zijn vele mythes en verhalen over Frank Sinatra. Zo zou een scene uit The Godfather gaan over de jonge Sinatra. In de film verleent een mafiagangster een vriendendienst, door de manager van een zanger te bedreigen om zo een wurgcontract te laten verscheuren. Er is daadwerkelijk een overeenkomst, want Frank had in het begin van zijn carrière een wurgcontract met de bekende Big BandleiderTommy Dorsey. Uiteraard wordt dit tegengesproken en zou het contract netjes voor een forse som zijn afgekocht.

Er bestaat er ook een verhaal, dat Frank Sinatra gedurende de Tweede Wereldoorlog zijn diensttijd heeft afgekocht voor $40.000,-. Dit gerucht is later zelfs door de FBI onderzocht, maar ontkracht. Volgens het officiële keuringsrapport is hij afgekeurd wegens een gescheurd trommelvlies. Bij het vrijgeven van het rapport in 1998 echter bleek dat Frank volgens de keuringsartsen om psychische en psychologische redenen ongeschikt zou zijn voor actieve dienst. Om betrokkene en de keuringscommissie niet in verlegenheid te brengen, was dit weggelaten en had men het bij een gescheurd trommelvlies gelaten.

Dit is niet de enige psychiatrische aanwijzing. Zo zijn er berichten dat Frank in de jaren vijftig meerdere zelfmoordpogingen heeft gedaan, waaronder een overdosis tijdens een verblijf bij Lake Tahoe en een poging met een gasoven in het New Yorkse appartement van Mamie Sacks. Ook zou hij ooit door songwriter Jimmy van Heusen in de lift van een New Yorks hotel gevonden zijn met doorgesneden polsen. Iets wat later in verschillende biografieën van anderen wordt bevestigd. In deze biografieën wordt ook gesproken over hoe men het met een man kan uithouden die stemmingswisselingen heeft, zoals Frank. Als excuus of reden wordt vaak verwezen naar de mislukte relaties en het verdriet dat hij had bij de scheiding van filmster Ava Gardner. Zelf heeft Frank in een interview bevestigd dat hij, zoals hij het noemde, ’18-karaats manisch-depresief’ was en een leven leidde met gewelddadige emotionele tegenstellingen en een overmatige hoeveelheid droefenis en gevoel. Ook Frank’s eigen dochter Tina gaf hierover een mooie quote: “A Zoloft a day, would have kept dad’s demons away!”. Zij betreurt het dat deze medicijnen toen nog niet bestonden.

Ook al is de hit That’s life niet door Frank Sinatra zelf geschreven, hij lijkt wel de beste vertolker van deze song te zijn; alsof het voor hem geschreven is.

Mijn commentaar: uit dit alles vind ik het niet direct overtuigend dat Frank Sinatra een bipolaire stoornis had. We zien dat vaker: mensen die wisselende stemmingen of ‘buien’ hebben, worden al snel manisch-depressief genoemd. Bij een bipolaire stoornis echter moeten de verschillende stemmingen toch wel enige tijd duren. Een wat neerslachtige bui van enkele uren is onvoldoende om iemand depressief te noemen. Verder is de kern van de bipolaire stoornis toch vooral de (hypo-)manie. Ik lees in dit stukje vooral over sombere perioden met verdriet, zelfmoordpogingen en droefenis, maar niet zozeer over hyperactiviteit, het gevoel de hele wereld aan te kunnen, euforie en overmatige energie. Dat is toch echt in meer of mindere mate nodig om van een bipolaire stoornis te kunnen spreken. Misschien bedoelde Frank ‘manisch-depressief’ vooral zoals het wel in de volksmond wordt gebruikt: ‘zeer wisselend’ of af en toe last hebben van een zeer depressieve bui.

ECT voor de bipolaire stoornis?

Eerder schreef ik over verschillende manieren om een bipolaire depressie te verbeteren als meer standaard behandelingen niet voldoende hebben gewerkt. Daarbij noemde ik ook ECT.

ECT is een afkorting voor electroconvulsieve therapie. Het wordt simpelweg ook wel ‘electroshocks’ of ‘electroshock therapie’ genoemd.

Dat klinkt misschien eng. In films komen wel eens nare beelden voor van dit soort behandelingen. Maar het is een methode die nog altijd wordt toegepast en vaak ook erg effectief is.

Het idee achter ECT is dat kunstmatig, via electrische stroom, een epileptisch insult (een convulsie) wordt opgewekt. Op een of andere manier is gebleken dat dit depressieve klachten kan verbeteren.

Tegenwoordig (eigenlijk al vele jaren) gebeurt dat op zeer gecontroleerde, zorgvuldige en nette wijze. De patiënt gaat kort onder narcose en wordt ook verslapt. Bij een gewoon epileptisch insult gaat de patiënt vaak enorm schokken met het hele lichaam. Doordat de ECT-patiënt verslapt is, gebeurt dit niet, ziet het er ook niet zo naar uit en heeft hij/zij ook niet zo’n spierpijn na afloop. De stroom wordt via elektroden op het hoofd toegediend. Binnen enkele minuten is het al weer gebeurd. De patiënt wordt uit de narcose gehaald en krijgt gelegenheid om even bij te komen. Meestal vindt dit 2 keer per week plaats, vaak in totaal 10 of 12 keer.

ECT is vaak effectief bij een (ernstige) depressie. Dit geldt ook voor een bipolaire depressie. Een enkele keer wordt het ook wel geprobeerd bij een moeilijk te behandelen manie.

Nadelen van ECT zijn vooral dat geheugenverlies kan optreden. Vooral van de periode rond de behandeling zelf is men veel vergeten. Verder kan men hoofd- en spierpijn krijgen na een behandeling. Ook het meermalen per week onder narcose gaan is een belasting. Op de langere termijn is vooral een probleem dat een deel van de patiënten toch weer terugvalt in een depressie.

ECT wordt op dit moment vooral gebruikt als verschillende antidepressieve behandelingen met medicijnen niet hebben gewerkt. Omdat het vaak uiteindelijk wel lukt om een bipolaire depressie met medicijnen of psychotherapie te verbeteren en omdat bipolaire patiënten doorgaans langdurig met medicijnen behandeld worden en langdurig ECT geven een te grote belasting is, geven wij slechts af en toe een ECT-behandeling.

lithium: laat het goed controleren !

Lithium is in veel gevallen erg effectief voor de bipolaire stoornis. De risico’s van lithium blijvens doorgaans binnen de perken, maar dit geldt alleen als het zorgvuldig wordt gebruikt. Van groot belang is dat de patient zelf goed weet hoe lithium het veiligst gebruikt kan worden, welke bijwerkingen reden tot zorg zijn, in welke omstandigheden risico’s groter zijn en dat de patient dan weet wat hij moet doen. Wij geven daarom voortdurend voorlichting over het gebruik van lithium.

Verder moet regelmatig controle van het bloed plaatsvinden. De lithiumspiegel (de concentratie van lithium in het bloed), de nierfunctie en de schildklierfunctie moeten op zijn minst met regelmaat worden nagegaan. Van belang hierbij is dat lithium wordt gemeten 12 uur na inname van de laatste tablet. Alleen zo zijn betrouwbare waarden te verkrijgen.

De laatste tijd heb ik kort achter elkaar weer een aantal mensen gezien die jarenlang lithium hadden geslikt zonder zorgvuldig te zijn gecontroleerd. Sommigen werden wel gecheckt, maar niet op de juiste wijze. Dit had voor deze personen ernstige nierproblemen tot gevolg. Bij patienten die op onze polikliniek jarenlang worden gecontroleerd, zien wij dat eigenlijk zelden of nooit omdat we al in een vroeg stadium de dosering bijstellen.

In de richtlijn staat dat de huisarts in bepaalde situaties bipolaire patienten kan begeleiden i.p.v. de psychiater. In het geval van lithium geldt dat, wat mij betreft, zeker niet. Ik zou dat bij voorkeur op een daartoe gespecialiseerde polikliniek laten controleren en bijhouden.

alcohol en de bipolaire stoornis

Alcoholmisbruik en alcoholverslaving komen bij mensen met een bipolaire stoornis meer voor dan bij de gemiddelde mens. Ongeveer 40% van de mensen met een bipolaire stoornis krijgt in zijn leven een probleem met de drank. Andersom, ongeveer 20% van de mensen die in behandeling zijn in de verslavingszorg heeft een manisch-depressieve stoornis.

Hoe dit komt is niet bekend. Misschien is het een erfelijke kwestie: als je kwetsbaar bent voor een manisch-depressieve stoornis ben je als vanzelf ook kwetsbaar voor een alcoholprobleem, bijvoorbeeld omdat die gevoeligheden dicht bij elkaar liggen op het DNA. Een andere verklaring kan zijn dat sommigen geneigd zijn hun somberheid weg te drinken, wat gemakkelijk tot overmatig drankgebruik kan leiden. Hoe het ook zij, het komt vaak samen voor. Dit is vervelend, want alcohol kan de stemming nadelig beinvloeden en maakt de behandeling er niet makkelijker op.end. Misschien is het een erfelijke kwestie: als je kwetsbaar bent voor een manisch-depressieve stoornis ben je als vanzelf ook kwetsbaar voor een alcohol

Om deze reden zijn wij onlangs begonnen met een speciaal spreekuur op een locatie van BoumanGGZ. Mensen die daar in behandeling zijn voor een verslavingsprobleem, kunnen voor diagnostiek, advies en behandeling terecht bij een psychiater en verpleegkundige met deskundigheid op het gebied van de bipolaire stoornis.

Bruce Springsteen en de bipolaire stoornis

Bruce Springsteen heeft naar mijn weten geen bipolaire stoornis. Zijn vader zou wel manisch-depressief zijn. Over de depressieve klachten van ‘the Boss’ -daar heeft hij wel last van gehad- heeft mijn collega Rowan du Burck een stukje geschreven. Dat staat hieronder.

“In juli 2012 stond er een kort stukje in De Volkskrant over The Boss: ‘Depressieve Springsteen overwoog zelfmoord in 1982’. De journalist baseerde zich op een vrij groot artikel in The New Yorker over het bewogen leven van de op dat moment 62 jarige Bruce Springsteen.

Een van mijn eigen eerste langspeelplaten was ‘Born in the USA’ en ik kon niet vermoeden dat er geen sprake was van een vrolijke hit met even opgetogen videoclip, maar van een song die tijdens een depressieve periode geschreven was. Eigenlijk hoorde deze hit thuis op het melancholisch ingetogen album Nebraska waar Bruce in de songs zijn ‘blues’ van zich af zingt.  Hijzelf noemt het dan ook zijn meest misverstane song en verafschuwde de verzoeken van Ronald Reagan en de Republiekse partij om het te mogen gebruiken als een soort van ode aan Amerika.

Uit het artikel in The New Yorker leerde ik dat Bruce gedurende die periode moeilijkheden ondervond met zijn opkomende succes en voortdurende lof van alle kanten, terwijl hij worstelde met een soort van gebrek aan eigenwaarde. Hij was zich er terdege van bewust dat hij geen briljante gitarist is en vond dat hij zich niet kon meten met zijn idolen als Bob Dylan of Woody Guthrie . Ook leed hij aan vertwijfeling of hij wel oprecht kon zingen over de zelfkant van de Amerikaanse maatschappij, terwijl het hemzelf zo voor de wind ging. Met ‘Better day’s’ komt dit in de tekst ‘a rich man in a poor man’s shirt’ terug en dit is zichtbaar in de zelfspottende tekst ‘paid a kings ransom for doin what comes naturally’  in songs als ‘Ain’t got you’. Met zijn urenlange optredens probeerde hij zich af te matten om op zijn eigen manier boete te doen voor zijn succes.

Op advies van iemand in zijn kennissenkring zocht hij hulp door aan te kloppen bij een psychotherapeut en therapie te ondergaan. Hierdoor kon hij ook beter het gedrag van zijn vader plaatsen, dat
lastig was voor de jonge Bruce. Het was het mogelijke gevolg van de ervaringen uit de 2e Wereldoorlog die zijn vader had meegemaakt en van de vorm van manisch-depressiviteit, waarvoor zijn vader wisselend medicijnen gebruikte. Het zal geen verrassing zijn dat Bruce teksten aan zijn vader heeft gewijd, zoals in ‘Independance day’ of  ‘Adam raised a Cain’ en ‘Jack of all trades’. Op vragen van journalisten aan zijn vader welke liedjes hij het mooiste vond, was het antwoord ‘The ones about me’. In sommige gevallen gaat het over het dwangmatige gedrag van Bruce zelf, zoals in ‘My father’s house’ dat verwijst naar de jarenlange compulsieve nachtelijke ritjes lang zijn ouderlijke huis of het ‘Something in the night’ dat mogelijk gaat over de rit die Bruce maakte in 1982, waarbij hij dwars door de US reed zonder te stoppen en die door sommige gezien wordt als een moment waarop hij zelfmoord overwoog.

Voor mijn stukjes zoek ik altijd naar de psychiatrie in een song en een link naar de artiest. Voor Bruce Springsteen is dit het meest voor de handliggend in de song ‘This Depression’ van zijn album Wreckingball. De tekst geeft prachtig weer hoe een depressie kan voelen en lijkt een oprechte bekentenis. Zelf zegt Bruce dat hij in zijn depressiviteit een overeenkomst ziet met verslavingsproblematiek die collega artiesten kennen. Er kan altijd een moment komen van terugval en je moet daarvoor altijd op je hoede.

De mooiste anekdote van een jonge Bruce in aanraking met de psychiatrie is het moment dat Bruce met zijn toenmalige band The Castiles optrad in een psychiatrische inrichting. Voor het optreden werden ze  uitvoerig aangekondigd door een onberispelijk geklede heer die na 20 minuten de band groter  noemde dan de Beatles, waarop een dokter het tijd vond om de aankondiger  terug te brengen naar zijn kamer. ”

Mijn commentaar: Uit meerdere studies komt naar voren dat kinderen van bipolaire ouders vaker dan gemiddeld psychiatrische klachten ondervinden. Dat hoeft niet altijd ook een bipolaire stoornis te betreffen. Ook depressieve stoornissen, angststoornissen e.d. kunnen voorkomen. Misschien speelt dat hier ook.