Monthly Archives: november 2015

lichttherapie, midden op de dag, voor bipolaire depressie

Meestal wordt lichttherapie voor een winterdepressie vroeg in de ochtend gegeven. Voor een bipolaire depressie werkt dat niet of nauwelijks. Toch zijn mensen met een bipolaire stoornis vaak erg gevoelig voor veranderingen in licht en donker. Allerlei varianten van lichttherapie worden daarom toch onderzocht bij bipolaire patienten. Ik heb daar al veel vaker iets over geschreven (zie bijv. http://www.deltamania.nl/manisch-geen-blauw-licht/ en http://www.deltamania.nl/lichttherapie-voor-bipolaire-depressie/.

blauwlichtOnlangs is een onderzoek gepresenteerd onder 93 bipolaire patienten. De helft ging gedurende 6 weken, dagelijks, midden op de dag, drie kwartier tot een uur achter een lichtbak zitten. De andere helft kreeg even vaak gedimd, rood licht.

Het resultaat was overduidelijk: 56% van de lichttherapie groep herstelde, tegen maar 14% van de roodlicht groep. Ook sliepen zij beter en hadden zij minder zelfmoordgedachten.

Dit is een wel heel opvallend resultaat, dat zeker nader onderzoek verdient. In elk geval lijkt het voor bipolaire patiënten een goed idee lichttherapie midden op de dag te geven in plaats van vroeg in de ochtend.

(poster van Sit et al., Pittsburgh, Annual Scientific Meeting van Society of Biological Psychiatry)

manisch-depressief: hoe zit het met het rijbewijs?

Regelmatig worden wij geconfronteerd met de vraag of je nog wel kan/mag autorijden. Deze vraag is makkelijker gesteld dan beantwoord.

Ik zal proberen iets uit te leggen over deze lastige kwestie.

Het is niet wettelijk verplicht om je te wenden tot het CBR (Centraal Bureau voor de Rijvaardigheid) als de medische situatie gewijzigd is, bijvoorbeeld als je een depressie hebt doorgemaakt of als je een medicijn voorgeschreven krijgt. In de weg- en verkeerswet staat wel dat het een ‘morele plicht’ is relevante zaken te melden, omdat het verboden is een ander in gevaar te brengen. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt dus bij de patient zelf.

Als je een verandering van je psychiatrische toestand hebt gemeld of als je om een of andere reden gekeurd moet worden voor het rijbewijs, spelen twee zaken een rol.
1. de aandoening zelf
2. de medicijnen die je gebruikt.

Voor de manisch depressieve stoornis is de volgende regel van belang. Als je goed bent ingesteld, je hebt minimaal 1 jaar geen terugval gehad en je hebt voldoende inzicht, dan hoef je in principe niet ongeschikt te zijn. Wel is een ‘specialistisch rapport’ vereist. Dit klinkt nogal stellig, maar dit is eigenlijk niet gebaseerd op wetenschappelijke bevindingen. Is iemand met een depressie minder goed in staat auto te rijden? Geldt dit ook voor milde depressies? En als de depressie over is, ben je dan direct in staat weer te rijden of pas na een jaar? Daar is allemaal nooit onderzoek naar gedaan. Verder, wat is ‘goed ingesteld’, wat is ‘voldoende inzicht’? Maar toch, dit zijn de regels van dit moment.

Over het gebruik van medicijnen en verkeersdeelname is meer bekend. Alle medicijnen zijn ingedeeld in 3 categorieen. Medicijnen uit categorie I hebben weinig tot geen invloed op de rijvaardigheid. Middelen uit categorie II hebben een lichte tot matig negatieve invloed. Deze staan gelijk aan een alcoholpromillage van 0,5-0,8. Het wordt dan meestal ontraden om in de eerste dagen van gebruik te rijden. Medicijnen uit categorie III hebben een ernstige of gevaarlijke invloed. Met deze medicijnen wordt het ontraden om te rijden.

Om wat voorbeelden te geven: een antidepressivum als sertraline zit in categorie I. Lithium zit in categorie II. Lorazepam in categorie III.

Alle informatie hierover vind je op: http://rijveiligmetmedicijnen.nl/

Al met al ligt de verantwoordelijkheid over verkeersdeelname bij de patient. In sommige situaties is het natuurlijk duidelijk. In een hevige manie rijd je al snel te roekeloos en is autorijden gevaarlijk. In een ernstige depressie kan je de aandacht vaak niet voldoende op het verkeer richten. Het is erg gevaarlijk auto te rijden als je onder invloed bent van allerlei slaapverwekkende medicijnen. Toch hoor ik vaak allerlei grensgevallen en wat je dan moet doen…?

in de serie beroemdheden met een bipolaire stoornis: Buzz Aldrin (?)

AldrinEdwin Eugene Aldrin werd al in zijn kinderjaren Buzz genoemd. Hij studeerde aan de militaire academie ‘West Point’ en vocht als jachtpiloot o.a. in de Koreaanse oorlog. Later haalde hij zijn PhD aan de fameuze Massachusetts Institute of Technology (MIT). In 1963 werd hij astronaut en in 1969 werd hij wereldberoemd, omdat hij met Neil Armstrong en Michael Collins met de Apollo-11 naar de maan vloog. Hij was de tweede man die een voet op de maan zette.

Hij heeft talloze prijzen en onderscheidingen ontvangen. Het omgaan met zijn enorme roem ging hem echter niet gemakkelijk af. Hij werd depressief en ging aan de drank. Dit kostte hem o.a. zijn huwelijk. Hij werd op een bepaald moment zelfs in een psychiatrisch ziekenhuis opgenomen vanwege een ernstige depressie.

Inmiddels is hij al weer jaren stabiel en drinkt hij geen druppel meer. Dat dit hem is gelukt, vindt hij een grotere prestatie en een beter voorbeeld van doorzettingsvermogen dan het lopen op de maan.
Hoewel hij vaak in rijtjes wordt genoemd van beroemdheden met een bipolaire stoornis, heb ik niet terug kunnen vinden dat hij ooit manisch is geweest. Erg waarschijnlijk is dat dus niet en ik denk dat hij daarom geen bipolaire stoornis heeft. Wel een prachtig voorbeeld van een groot man, een echte held, ondanks of dankzij een psychiatrische stoornis.

Overibuzzgens is ook Buzz Lightyear uit de Disney-film Toy Story naar hem vernoemd. Een veel grotere eer kan je toch niet toekomen..