Monthly Archives: oktober 2014
asenapine voor de oudere bipolaire patient
In deze tijden van vergrijzing zien we ook steeds meer ouderen met een bipolaire stoornis. Helaas is maar weinig onderzoek gedaan naar deze specifieke groep patiënten.
Onlangs is een heel kleine studie naar het middel ‘asenapine’ gepubliceerd. Een gering aantal bipolaire patiënten, ouder dan 60 jaar, die eerder maar matig reageerden op andere medicijnen, kregen dit middel. Gekeken werd of dit medicijn goed werd verdragen en of het in het algemeen iets beter ging na gebruik van asenapine.
Een groep van 15 personen met een gemiddelde leeftijd van 69 jaar deed mee. Vier patiënten haakten eerder af. De bijwerkingen vielen erg mee (vooral maag-darmklachten). Het merendeel voelde zich in het algemeen iets beter en scoorden ook beter op een manie en op een depressie meetschaal. Al met al een bemoedigend resultaat.
Asenapine is een nieuw anti-psychose medicijn, dat in Nederland nog niet op de markt is. Dit is natuurlijk maar een heel globaal, verkennend onderzoek en zegt maar weinig over de uiteindelijke bruikbaarheid. Het is in ieder geval al te prijzen dat nu eens specifiek naar de ouderen met een bipolaire stoornis is gekeken. Dat is dringend gewenst.
We blijven nieuwe ontwikkelingen natuurlijk in de gaten houden!
(bron: Sajatovic et al., Int J Geriatr Psych, 2014)
beroemdheden met een bipolaire stoornis: Sinead O’Connor?
In 1990 stond opeens een tot dan onbekende zangeres wekenlang op nummer 1 in de hitparade. Sinéad O’Connor brak door met het nummer ‘Nothing Compares to You’, geschreven door Prince. Behalve dat het een prachtig nummer was, op indrukwekkende wijze gezongen, viel de zangeres ook op vanwege haar kaalgeschoren hoofd en het langzaam naar beneden glijden van een traan over haar wang in de videoclip.
In de jaren daarna had zij nog enkele hits, waaronder ‘Troy’, maar steeds meer kwam zij in de publiciteit om geheel andere redenen. Zij deed allerlei controversiele uitspraken, verscheurde tijdens een concert een foto van de Paus en zij werd tot priester gewijd. Langzamerhand ging het er op lijken dat zij een psychiatrisch probleem had.
In 2007 vertelde zij zelf in de show van Oprah Winfrey dat artsen 4 jaar daarvoor de diagnose bipolaire stoornis bij haar hadden gesteld. Zij gebruikte verschillende medicijnen om wat stabieler te worden.
Nog maar kort geleden heeft zij echter in een interview met Ruby Wax verklaard dat zij onterecht voor ‘bipolair’ is versleten. Zij vindt dat zij jarenlang medicijnen geslikt heeft, die op geen enkele manier hebben geholpen tegen vooral haar depressieve klachten en tot overmaat van ramp is zij van die medicijnen ook nog flink aangekomen. Haar psychische klachten verklaart zij nu geheel door haar traumatisch verlopen jeugd, waarin zij verwaarloosd en mishandeld is door haar ouders en in kostscholen onder leiding van strenge nonnen is opgegroeid.
Ik ken Sinéad O’Connor natuurlijk niet. Ik kan dus weinig zinnigs zeggen over haar diagnose. Het illustreert wel weer hoe moeilijk het soms is de juiste diagnose te stellen. Eerder heb ik al geschreven over de overlap met verschillende andere aandoeningen (http://www.deltamania.nl/bipolaire-stoornis-en-overlap-met-andere-aandoeningen/). Ik kan mij voorstellen dat zij weliswaar de ene periode somber is en dan weer impulsief en wispelturig, maar dat deze stemmingswisselingen inderdaad niet met een bipolaire stoornis te maken hebben.
vitamine D en (bipolaire) depressie
Vitamine D is de laatste tijd in verband gebracht met depressie. Heeft het nu zin om vitamine D te slikken?
Vitamine D wordt in de huid aangemaakt als er zonlicht op valt. Ook zit vitamine D in bijvoorbeeld vette vis en zuivel. Vitamine D is vooral belangrijk om sterke botten te houden. Waarschijnlijk speelt het ook een rol bij het functioneren van de hersenen.
Als je een tekort aan vitamine D hebt, kan bijvoorbeeld botontkalking ontstaan. Nog niet zo lang geleden zijn enkele onderzoeken gedaan, waaruit blijkt dat mensen met een depressie vaak een vitamine D-tekort hebben.
Dit speelt vooral bij ouderen. Op latere leeftijd is het moeilijker om in de huid vitamine D aan te maken en ook wordt minder opgenomen in de darmen. Als je dan ook nog niet zo vaak buiten komt, is het risico op een tekort groter. Bij een grote groep ouderen is gevonden dat mensen met een depressie een gemiddeld lager vitamine-D gehalte hadden dan mensen zonder depressie.
Niet geheel duidelijk is of dit vaak een oorzaak is van depressieve klachten. Het is ook mogelijk dat mensen met een depressie bijvoorbeeld minder vaak buiten komen en daardoor een tekort aan vitamine D oplopen.
Hoe zit dat bij de bipolaire stoornis? Waarschijnlijk niet heel anders dan bij de ‘gewone’ depressie. Heel onlangs is een klein onderzoek gedaan, waaruit bleek dat kinderen en jongeren met een manie ook lagere vitamine D-gehalten hadden. Sterker nog, vitamine D tabletten verminderden de manische symptomen weer.
Hoe dit nu precies werkt, is niet duidelijk. Toch lijkt het best zinvol – zeker bij ouderen – om af en toe vitamine D in het bloed te bepalen. Bij een tekort kan dit vrij gemakkelijk aangevuld worden.
Het kan waarschijnlijk ook niet veel kwaad om het preventief te slikken, maar wanneer je gewoon gezond eet en af en toe buitenkomt, zou je voldoende vitamine D moeten aanmaken. Meestal wordt bij volwassenen een dosis van 10 microgram per dag aanbevolen.
bronnen: http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/vitamine-d.aspx, http://bipolarnews.org/?p=1589, Stalpers-Konijnenburg et al., Tijdschrift voor Psychiatrie 53 (2011) en Hoogendijk et al., Arch Gen Psych, 2008.
zelfmanagement
Met medicijnen kan de stemming vaak verbeteren. Ook kan terugval naar een manie of depressie voorkomen worden met bepaalde medicijnen.
Naast het gebruik van medicijnen zijn er nog verschillende hulpmiddelen om de kans op een terugval danig te verkleinen. Met deze hulpmiddelen gaat de patient zelf aan de slag. De verschillende methoden tesamen noemen we ‘zelfmanagement’.
Bij de bipolaire stoornis is dit bijvoorbeeld het vergroten van kennis. Her en der in het land worden zogenaamde psychoeducatie-cursussen georganiseerd. In een aantal sessies leer je daar erg veel over de aandoening en wat je eraan kan doen.
Ook het opstellen van een life-chart is een vorm van zelfmanagement. Hiermee houd je enige tijd bij hoe je stemming verloopt en welke factoren van invloed zijn op je stemming. Een ander veelgebruikt instrument is het signaleringsplan. Hiermee breng je zorgvuldig in kaart in welke omstandigheden het risico op een terugval het grootst is, wat de eerste signalen zijn dat je manisch of depressief dreigt te worden en wat je dan kan doen.
minder zenuwcel-uitstulpinkjes bij bipolaire stoornis; overlap met schizofrenie
Onderzoekers uit Boston hebben onderzoek gedaan naar kleine uitlopertjes van zenuwcellen in bepaalde hersengebieden. Zij vergeleken hersenmateriaal dat door obductie was verkregen van 14 patienten met schizofrenie en van 9 patienten met een bipolaire stoornis met hersenen van 19 gezonde (maar wel overleden..) controles.
Zowel patienten met schizofrenie als patienten met een bipolaire stoornis hadden in de zogenaamde prefrontale cortex, een gebied aan de voorkant van de hersenen, minder uitstulpinkjes (dendritic spines) op kleine uitlopers van hersencellen. Ook waren deze uitstulpinkjes kleiner.
Dit is een aanwijzing dat er overlap is tussen schizofrenie en de bipolaire stoornis. Dat is al eerder op andere manieren ook gevonden.
Verder zijn deze uitstulpinkjes, dendritic spines genaamd, waarschijnlijk een soort opslagplaats. Zij helpen de electrische prikkeloverdracht tussen de hersencellen. Misschien zegt dit dus ook iets over de oorzaak van deze aandoeningen.
groot Nederlands onderzoek naar de erfelijkheid van de bipolaire stoornis
In Nederland is op dit moment een groot onderzoek gaande naar de erfelijkheid van de bipolaire stoornis. In een eerder bericht heb ik al wat informatie gegeven over erfelijkheid (zie: http://www.deltamania.nl/is-de-manisch-depressieve-stoornis-erfelijk/). Het is echter niet precies bekend welke genen betrokken zijn bij de bipolaire stoornis. Zijn er plaatsen op het DNA aan te wijzen die een rol spelen in de kwetsbaarheid voor manisch-depressiviteit? Deze vraag proberen we te beantwoorden met de ‘Bipolar Genetics Studie’.
Voor deze studie zoeken we een grote groep patiënten met een bipolaire stoornis (type I). Bij hen worden enkele vragenlijsten afgenomen en testjes gedaan om de aard van de bipolaire stoornis in kaart te brengen. Verder wordt bloed afgenomen waarmee het erfelijk materiaal (DNA) wordt onderzocht.
Inmiddels zijn al veel patiënten geworven voor dit onderzoek. Eerste resultaten worden zelfs al verwerkt. We hebben nog altijd echter meer patiënten nodig, zodat de bevindingen zo betrouwbaar mogelijk worden.
Het onderzoek is een enorm project waaraan nu in een aantal instituten wordt gewerkt: o.a. UMC Utrecht, Universiteit van Los Angeles in California (UCLA), Parnassia, GGZ InGeest, UMC Groningen, Altrecht, Reinier van Arkel, Delta Psychiatrisch Centrum en de VMDB (patiëntenvereniging). We zijn al een heel eind op weg, maar we hebben nog veel meer mensen nodig voor dit belangrijke onderzoek.
Heeft u belangstelling of wilt u meer weten over eventuele deelname? Op deze site is informatie te vinden: http://www.bipolargenetics.nl/qontex/online/default.asp?strPage=1.asp.
U kunt ook contact opnemen met de polikliniek voor bipolaire stoornissen van bovengenoemde instellingen.
Natuurlijk is ook altijd via het contactformulier van dit blog nadere informatie te verkrijgen.
bipolaire stoornis en voeding
Gezond eten is voor iedereen belangrijk en dus ook voor de bipolaire patiënt. Duidelijk dat een tekort aan vitaminen en andere voedingsstoffen niet goed is voor de psychische gesteldheid.
Van sommige voedingsmiddelen wordt gedacht dat het een gunstige invloed kan hebben op de stemming. Hier is maar weinig onderzoek naar gedaan. Het onderzoek dat is gedaan is vaak ook niet zo betrouwbaar. Het meest is geschreven over: omega-3-vetzuren (zie ook: www.deltamania.nl/visolie-voor-de-bipolaire-stoornis/), chromium, inositol, choline, magnesium, foliumzuur en tryptofaan. Sommige van deze voedingssupplementen kunnen gewoon bij de drogist worden gekocht. Ik zou echter aanraden om voor je zoiets koopt, eerst met je behandelaar te overleggen over eventuele risico’s.