Monthly Archives: februari 2013

manisch depressief: hoe zit het met het rijbewijs?

Regelmatig worden wij geconfronteerd met de vraag of je nog wel kan/mag autorijden. Deze vraag is makkelijker gesteld dan beantwoord.

Ik zal proberen iets uit te leggen over deze lastige kwestie.

Het is niet wettelijk verplicht om je te wenden tot het CBR (Centraal Bureau voor de Rijvaardigheid) als de medische situatie gewijzigd is, bijvoorbeeld als je een depressie hebt doorgemaakt of als je een medicijn voorgeschreven krijgt. In de weg- en verkeerswet staat wel dat het een ‘morele plicht’ is relevante zaken te melden, omdat het verboden is een ander in gevaar te brengen. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt dus bij de patient zelf.

Als je een verandering van je psychiatrische toestand hebt gemeld of als je om een of andere reden gekeurd moet worden voor het rijbewijs, spelen twee zaken een rol.
1. de aandoening zelf
2. de medicijnen die je gebruikt.

Voor de manisch depressieve stoornis is de volgende regel van belang. Als je goed bent ingesteld, je hebt minimaal 1 jaar geen terugval gehad en je hebt voldoende inzicht, dan hoef je in principe niet ongeschikt te zijn. Wel is een ‘specialistisch rapport’ vereist. Dit klinkt nogal stellig, maar dit is eigenlijk niet gebaseerd op wetenschappelijke bevindingen. Is iemand met een depressie minder goed in staat auto te rijden? Geldt dit ook voor milde depressies? En als de depressie over is, ben je dan direct in staat weer te rijden of pas na een jaar? Daar is allemaal nooit onderzoek naar gedaan. Verder, wat is ‘goed ingesteld’, wat is ‘voldoende inzicht’? Maar toch, dit zijn de regels van dit moment.

Over het gebruik van medicijnen en verkeersdeelname is meer bekend. Alle medicijnen zijn ingedeeld in 3 categorieen. Medicijnen uit categorie I hebben weinig tot geen invloed op de rijvaardigheid. Middelen uit categorie II hebben een lichte tot matig negatieve invloed. Deze staan gelijk aan een alcoholpromillage van 0,5-0,8. Het wordt dan meestal ontraden om in de eerste dagen van gebruik te rijden. Medicijnen uit categorie III hebben een ernstige of gevaarlijke invloed. Met deze medicijnen wordt het ontraden om te rijden.

Om wat voorbeelden te geven: een antidepressivum als sertraline zit in categorie I. Lithium zit in categorie II. Lorazepam in categorie III.

Alle informatie hierover vind je op: http://rijveiligmetmedicijnen.nl/

Al met al ligt de verantwoordelijkheid over verkeersdeelname bij de patient. In sommige situaties is het natuurlijk duidelijk. In een hevige manie rijd je al snel te roekeloos en is autorijden gevaarlijk. In een ernstige depressie kan je de aandacht vaak niet voldoende op het verkeer richten. Het is erg gevaarlijk auto te rijden als je onder invloed bent van allerlei slaapverwekkende medicijnen. Toch hoor ik vaak allerlei grensgevallen en wat je dan moet doen…?

 

bekende mensen met een bipolaire stoornis…?

Deze week was Jesse Jackson Jr. in het nieuws, de zoon van de beroemde Amerikaanse dominee. Hij werd gezien als een groot politiek talent en men dacht dat hij kans maakte ooit president van de Verenigde Staten te worden. Hij zit nu fors in de problemen. Hem wacht misschien een gevangenisstraf vanwege fraude. Daar werd bij vermeld dat hij ontzettend veel geld heeft uitgegeven aan sieraden, opgezette dieren en ‘memorabilia’ van bekende sterren, bijvoorbeeld een hoed van Michael Jackson. Wel weer bijzonder was om te lezen dat hij zelf heeft verklaard een bipolaire stoornis te hebben. Dat zou de reden zijn voor zijn buitensporige uitgaven. Hij is nu teruggetreden uit de politiek, naar zijn zeggen omdat hij het Amerikaanse volk niet kan dienen als hij zo belemmerd wordt door zijn bipolaire stoornis.

Ook Patricia Cornwell haalde deze week de kranten. Zij is een zeer succesvol thriller-schrijfster. Met haar boeken heeft zij vele miljoenen verdiend. Zij was een rechtszaak begonnen tegen haar vermogensbeheerder omdat zij in een jaar (!) meer dan 60 miljoen dollar had verdiend en daarvan nog maar ongeveer 10 miljoen terugvond op haar rekening. In de rechtszaak kwam aan het licht dat zij er een buitenissige levensstijl op na houdt. Zij heeft meerdere ferrari’s en helikopters en zou kwistig met geld smijten. Ook bij deze dame werd vermeld dat dit mogelijk met een bipolaire stoornis van doen had.

Zeker bij de laatste kan je toch wel wat vraagtekens zetten. Het is natuurlijk niet zo dat iedereen die wat te veel geld uitgeeft, zomaar een bipolaire stoornis heeft. Andersom geldt wel vaak: in een manie geven patienten vaak meer geld uit. De financiele rem gaat er ook van af. Dit kan voor problemen zorgen als je veel meer geld uitgeeft dan je bezit.

VMDB. De patientenvereniging voor de bipolaire stoornis.

Nederland heeft al jaren een zeer actieve vereniging voor manisch-depressieve patienten en betrokkenen. Kijk eens op de site www.vmdb.nl.

De regio Rotterdam-Rijnmond heeft een goede regionale commissie van de VMDB. Zij hebben regelmatig huiskamerbijeenkomsten. Jaarlijks organiseren zij een informatiedag. Zij leveren ook een bijdrage aan onze psycho-educatiecursussen.  Voor informatie: http://www.vmdb.nl/regionale-activiteiten/regio-zuid-holland/

signaleringsplan voor manie en depressie

Een manier om meer controle te krijgen over je stemmingswisselingen is het signaleringsplan. Andere woorden hiervoor zijn ‘noodplan’ of ‘crisisplan’. Dit is een manier van ‘zelfmanagement’, waarover ik eerder schreef (http://www.deltamania.nl/zelfmanagement/).

In zo’n plan zet je op een rij in welke omstandigheden je een groter risico loopt om manisch of depressief te worden. Daarna vermeld je wat de eerste signalen zijn dat je misschien weer terugvalt. Wat merk je zelf, wat merken mensen in je omgeving? Tenslotte beschrijf je wat je dan moet doen, wat anderen kunnen doen en wat de behandelend arts dan zou moeten doen.

Als je al meerdere manieen of depressies hebt meegemaakt, kan je dit vaak vrij precies beschrijven. Zo’n noodplan kan zeer van pas komen als het even wat minder gaat. Het is soms moeilijk op zo’n moment te bedenken wat je eraan kan doen. Je maakt het jezelf makkelijker als je dat van tevoren al op een rij hebt.

Verpleegkundigen van gespecialiseerde poliklinieken kunnen hier goed bij helpen. Er bestaan standaard formats voor.